Je moet 18+ zijn om onze webshop te bezoeken

Je moet minstens achttien jaar oud zijn om gebruik te maken van onze webshop. Ben je ouder dan achttien jaar?

Blog navigation

Buiten Wiet Kweken: Alles Wat Je Moet Weten

369 Weergaven 0 Vind-ik-leuk
 

Zelf wiet kweken buiten? Outdoor wiet kweken is niet moeilijk en wel heel leuk! Als je een paar dingen in de gaten houdt, is een mooie oogst van smakelijke toppen heel goed mogelijk. Van de kiemfase tot aan het oogsten en curen: deze blog neemt je mee door het gehele proces.outdoor cannabis growing under sunlight

Buiten wiet kweken

Outdoor wiet kweken is een populaire manier om aan een mooie oogst van zelfgekweekte toppen te komen. Wiet kun je buiten kweken in elk land met warme zomers, maar voor een succesvolle oogst van smakelijke toppen en het voorkomen van teleurstellingen is het wel aan te raden een paar essentiële dingen in de gaten te houden. Deze blog gaat je daarbij helpen! We houden het compact, maar noemen alle dingen die tijdens je grow belangrijk kunnen zijn in één handig overzicht. Hieronder vind je alles wat je moet weten en een handig stappenplan.

De Basisstappen

  • Kies je zaden
  • Kies je kweeklocatie: tuin, balkon of in het wild (guerilla growing)
  • Zorg voor potten met minimaal 10 liter goede potgrond (tenzij je in de volle grond kweekt)
  • Zorg voor voedingsstoffen voor groei en bloei
  • Denk na over hoe je water gaat geven
  • Optionele benodigdheden: steunstokken, afdak, windschermen, pH- en EC-meter

Voor- en nadelen van buitenkweek

Het buiten kweken van wiet heeft voor- en nadelen. Aan de ene kant kunnen je planten onder het genot van natuurlijk zonlicht en regenwater flink groeien, waardoor je vaak grotere planten krijgt met meer ruimte om zich te ontwikkelen. Bovendien hoef je geen kweektent of lampen aan te schaffen (behalve misschien een kleine groeilamp voor de opkweek) en is de aarde buiten vaak rijk aan nuttige bodemmicroben. Aan de andere kant zijn de planten buiten wel kwetsbaarder. Ze kunnen last krijgen van insectenplagen, vraat door bv. herten, hittegolven en kou.

Soortkeuze

Het kiezen van de juiste cannabissoort is een belangrijke eerste stap in je kweek. Als je gefeminiseerde zaden gebruikt, weet je zeker dat je toppen zonder zaad kweekt en hoef je geen mannetjesplanten te verwijderen. De meeste buitenkwekers kiezen voor indica-dominante soorten zoals BlueberryChemdawg of Zkittlez omdat deze een kortere bloeiperiode hebben, waardoor je oogst klaar kan zijn voordat het slechte herfstweer echt zijn intrede doet. Als je toch sativa's wilt kweken, kies dan het liefst een kruising van sativa & indica zoals Silver Haze bijvoorbeeld; deze bloeit wat eerder af dan een pure sativa-soort. Let bij het kiezen van je zaden vooral op de weerstand tegen plagen en ziekten, de lengte van de bloeiperiode, de planthoogte, de smaak die je wilt en of de zaden geschikt zijn voor de buitenkweek.

Ontkiemen

Het ontkiemen van wietzaden is de eerste stap in het kweekproces. De beste methode is volgens de meeste kwekers de zaadjes laten ontkiemen tussen vochtige wattenschijfjes of vochtig keukenpapier. De sleutel tot succes is de juiste balans tussen vocht en temperatuur, zonder licht. Simpel uitgelegd moet je het volgende doen:

  • Neem een schotel en leg hierop vochtig gemaakt keukenpapier of katoenen wattenschijfjes. Zorg dat het materiaal niet ontzettend nat is, maar wel goed vochtig.
  • Plaats je zaadjes op het vochtige materiaal met minimaal 1cm afstand tussen de zaadjes.
  • Dek af met nog een laag vochtig keukenpapier of wattenschijfjes.

Zorg hierbij dat de zaden nog geen licht krijgen: wietzaden houden ervan om in het donker te ontkiemen. Zorg ook voor een goede omgevingstemperatuur: de ideale temperatuur voor het ontkiemen van wietzaden is tussen de 22°C en 25°C. Ook zuurstof speelt een rol bij de ontkieming; daarom heeft de keukenpapier-manier een hoger slagingspercentage dan andere methodes (bijvoorbeeld de methode waarbij je zaadjes in een glas water doet).

Je kunt de schotel met wietzaadjes ook nog afdekken met plastic folie waarin je een paar gaatjes prikt, om het vochtgehalte en de temperatuur nog stabieler te houden. Maar of je nu afdekt of niet: houd het vochtgehalte en de temperatuur in ieder geval in de gaten. Schenk kleine beetjes water bij als dat nodig is en zorg dat de temperatuur buitenshuis aangenaam is. Wietzaden ontkiemen voor de buitenkweek doe je meestal rond half maart; in de volle grond zou de temperatuur in principe prima moeten zijn. Een propagator / mini-kas gebruiken is ook een goede optie om de temperatuuur hoog genoeg en stabiel te houden.

Als je bovenstaande stappen volgt, zou je binnen 1 tot 4 dagen het eerste worteltje uit de zaden moeten zien verschijnen. Bij oudere zaden zou dit zelfs nog iets langer kunnen duren; na verloop van tijd wordt de kiemsnelheid en het kiempercentage steeds lager. Verse kwaliteitszaden kopen is daarom een goed idee voor een succesvol begin van je kweek.

Als de zaden zijn ontkiemd en het eerste worteltje zichtbaar is, verplaats je de zaden naar potjes met (liefst biologische) zaai- of stekaarde en zet je deze tijdelijk onder een geschikte lichtbron, zodat de plantjes echt aan hun groei kunnen beginnen. Als de plantjes na 2-3 weken goed gegroeid en geworteld zijn, verpot je ze naar hun uiteindelijke locatie.

Kweekmedium: potten of volle grond?

Na het kiezen van je zaden, beslis je welk medium je wilt gebruiken om je planten in te laten groeien en bloeien: in potten of in de volle grond. Beide methodes hebben hun voor- en nadelen. Bij het kweken in potten heb je meer controle over hoeveel water en voeding je geeft, maar planten in potten vereisen vaker aandacht en potgrond droogt eerder uit dan volle grond. Volle grond ligt het dichtste bij de natuur en bevat van zichzelf al voedingsstoffen en bodemleven, maar kan ook (afhankelijk van de locatie, het grondwaterpeil en regenval) teveel of juist te weinig water bevatten door het groeiseizoen heen. In je achtertuin kun je dit makkelijk in de gaten houden en hierop inspelen, maar wanneer je in het wild kweekt, kies dan een goede locatie die niet snel te droog of te nat wordt (in de buurt van een rivier bijvoorbeeld).

Of je nu in potten of in de volle grond kweekt: gebruik het liefst biologische aarde/compost en biologische voeding. Zo zorg je ervoor dat de plant alle natuurlijke nutriënten en sporenelementen goed kan opnemen, wat de smaak, de kwaliteit en de afweer van de plant ten goede komt. Ook weet je dan zeker dat er geen kunstmest en giftige bestrijdingsmiddelen in je eindproduct terechtkomen.

Kweeklocatie Voorbereiden

Een goede kweeklocatie is zonrijk, beschermd tegen sterke wind en heeft een goede drainage. Of je er nu voor kiest in de achtertuin te kweken, op een balkon of op een geheime guerilla-locatie, dit zijn de basispunten om aan te denken bij het voorbereiden van een geschikte kweekplek:

  • Zorg voor zoveel mogelijk zonlicht gedurende de dag.
  • Verbeter de bodem met compost en/of groeivoeding.
  • Zorg voor een goede drainage om waterproblemen te voorkomen.
  • Gebruik evt. steunen voor de planten, een doorzichtig afdak voor bescherming tegen regen en schermen voor bescherming tegen wind.
  • Controleer evt. de pH-waarde van de bodem en pas deze zonodig aan.

Lichturen

Als je buiten kweekt, ben je afhankelijk van het natuurlijke lichtschema. Wietplanten (met uitzondering van autoflowers) gaan richting het einde van de zomer bloeien; van nature is hun biologische klok er namelijk op ingesteld om te gaan bloeien wanneer de dagen korter worden. Dit betekent dat je vanaf half mei (wanneer de kans op nachtvorst is geweken) je planten buiten zet en ze aan het begin van de herfst oogst. Kies het liefst strains met een niet te lange bloeiperiode waarbij ook vermeld staat dat ze geschikt zijn voor de buitenkweek.

Verzorging Tijdens de Groei

Vanaf het moment dat je planten zijn ontkiemd, is de juiste verzorging belangrijk. Denk aan plantenvoeding en het zorgen voor de juiste hoeveelheid water. Ook het behouden van een stabiele temperatuur is van groot belang voor de groei en bloei van je wietplanten. Voor buitenkweek begin je meestal rond half maart met ontkiemen. Rond die tijd is de temperatuur binnenshuis meestal prima voor een goede start. De ideale temperatuur varieert een beetje gedurende de verschillende groeifasen, maar ligt het liefst altijd tussen de 18-26°C. Zorg er in ieder geval voor dat je extremen in temperatuur voorkomt om stress te minimaliseren en een optimale groei te bevorderen.

Ook kan het belangrijk zijn om de pH-waarde en EC-waarde van je bodem en voedingswater in de gaten te houden. Als je een beginnend kweker bent, kun je er ook voor kiezen om pH en EC niet te meten. Als je later meer kweekervaring hebt, kom je er vanzelf achter waarom pH en EC meten belangrijk kan zijn - bijvoorbeeld bij het bepalen van oorzaken van voedingstekorten of andere plantproblemen. Tot die tijd kun je prima een paar kweekrondes doen zonder je druk te maken over pH en EC.

Plagen en Ziekten

Voorkomen is beter dan genezen, vooral als het gaat om plagen en ziekten. Regelmatige inspectie van je planten kan veel problemen voorkomen. Ongedierte zoals spintmijten, tripsen en bladluizen kunnen je planten, en dus je oogst, flink aantasten. Maar hoe herken je plagen op je wietplant? We noemen hier de meest voorkomende. Spintmijten laten kleine gele of witte stipjes achter op de bladeren en je ziet mogelijk fijne webben. Tripsen veroorzaken zilverachtige vlekken op de bladeren, en bladluizen zie je vaak in groepjes aan de onderkant van de bladeren of bij jonge scheuten.

Schimmelziekten zoals meeldauw en wortelrot zijn ook veelvoorkomend, vooral bij de buitenkweek. Meeldauw herken je aan de witte, poederachtige laag op de bladeren, terwijl wortelrot zich uit in verkleurde, slap hangende bladeren omdat de wortels hun functie verliezen. Om deze problemen aan te pakken, kun je biologische bestrijdingsmiddelen zoals roofmijten, neemolie of knoflookspray gebruiken. Verwijder aangetaste delen van de plant, zorg voor een goede luchtcirculatie door je planten niet te dicht bij elkaar te zetten. Zorg voor een juiste watergift en werk zo schoon mogelijk.

Water Geven

Je planten hebben uiteraard water nodig. De basisregel is dat je er voor zorgt dat je kweekmedium niet uitdroogt, maar ook niet enorm nat staat. Balans is het sleutelwoord; als je meer kweekervaring opdoet, ontwikkel je hier vanzelf gevoel voor. Een simpele manier om te controleren of je planten water nodig hebben, is door de bovenste laag van de aarde te voelen; deze moet licht vochtig zijn. Geef altijd water op het kweekmedium zelf en niet op de planten; hiermee voorkom je schimmelproblemen.

Wanneer je in potten kweekt, geef dan het liefst water onder de potten: dit kun je doen door bv. je potten op schalen te zetten, waarna je water in de schalen schenkt. Je kunt kraanwater gebruiken, dit is in principe geen probleem, maar ervaren kwekers geven de voorkeur aan regenwater, gefilterd water of bronwater, omdat dit de juiste hardheid heeft, minder reststoffen bevat en ervoor zorgt dat er bijvoorbeeld niet teveel calcium in je kweekmedium terecht komt. Maar voor een eerste kweek kun je prima kiezen voor kraanwater.

De Voeding

De juiste voeding kiezen voor je planten kan grote voordelen opleveren wat betreft de smaak van je wiet, de grootte van je toppen en de weerstand van de plant tegen ziektes. Stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K) zijn de belangrijkste voedingsstoffen. Tijdens de gehele kweek heeft de plant elke voedingsstof nodig, maar de behoefte varieert per fase. In de groeifase bijvoorbeeld heeft een plant meer stikstof (N) nodig en in de bloei meer kalium (K).

Over de juiste voeding bestaan veel verschillende opvattingen. Veel erover lezen, onderzoeken en uitproberen zal je steeds meer kennis en gevoel opleveren voor wanneer en hoeveel je van welke voeding moet geven. Wil je het jezelf makkelijk maken en in één keer klaar zijn, kijk dan eens naar onze complete voedingskit voor biologische kweek! Deze kit zorgt ervoor dat je alles in huis hebt voor de groei- en bloeifase, compleet met instructies over hoeveel en wanneer je van welke voeding moet geven. Hiermee hoef je je ook geen zorgen te maken over onder- of overvoeding. Daarnaast zorgen de speciaal geselecteerde componenten van het pakket vanaf de 1e kweekdag voor een actief bodemleven, met o.a. gunstige mycorrhiza, wat de voedingsopname van de planten drastisch ten goede komt.

Toppen, Fimmen, LST en ScrOG

Technieken zoals toppen, fimmen, LST (Low Stress Training) en ScrOG (Screen of Green) worden gebruikt om de opbrengst te verhogen en de plantgrootte onder controle te houden. Deze methodes zorgen voor een meer gelijkmatige lichtverdeling, waardoor elke top evenveel licht kan ontvangen en zich goed kan ontwikkelen. Vooral in (kleinere) kweekruimtes binnen of in een kas wordt dit toegepast, maar ook bij een buitenkweek in de open lucht kan het zijn nut hebben, als je bijvoorbeeld wil dat de zijtoppen zich meer gaan ontwikkelen, of wanneer je je plant laag wilt houden om te voorkomen dat deze teveel opvalt.

Toppen doe je door de (hoofd)top af te knippen wanneer het plantje minimaal 15cm hoog is en minimaal 3 zijtakken heeft ontwikkeld, waardoor de plant meer als een struik gaat groeien. Dit zorgt ervoor dat alle overige toppen aan de plant zich meer gaan ontwikkelen, i.p.v. één grote hoofdtop en meerdere kleine topjes. Bij fimmen (F*ck I Missed) doe je hetzelfde maar laat je nog een klein deel van de zich ontwikkelende hoofdtop zitten, in de hoop dat de plant meer dan één hoofdtop gaat aanmaken en de plant, net als bij gewoon toppen, meer als een struik gaat groeien.

Low Stress Training (LST) is een techniek waarbij je optimaal gebruik maakt van de beschikbare ruimte en licht. Deze methode bestaat uit het voorzichtig buigen en vastbinden van de stelen van de cannabisplant. Een wietplant heeft de neiging om een grote centrale stam te ontwikkelen met een grote hoofdtop, terwijl de zijtakken gewoonlijk kleinere toppen produceren. Door middel van LST probeer je het gewas zodanig te vormen dat het een gelijkmatige hoogte heeft. Zo krijgt elke top meer gelijkmatig licht, wat resulteert in grotere toppen en uiteindelijk in hogere opbrengsten. Het mooie van LST is dat je je kweekopstelling niet hoeft aan te passen. Een beetje kennis en enkele eenvoudige hulpmiddelen zijn alles wat je nodig hebt. Een Screen of Green (ScrOG) tenslotte is eigenlijk een variatie op LST, waarbij je een net of gaaswerk gebruikt om de stelen met toppen aan vast te binden.

De Buitenkweek Samengevat

Met de juiste voorbereiding, soortkeuze en kweeklocatievoorbereiding, kan buiten kweken goede oogsten van mooie toppen opleveren. Hieronder volgt nog een keer een beknopt overzicht van de stappen die bij je buitenkweek komen kijken.

Stappenplan voor Buitenteelt

  1. Plan je kweeklocatie: Kies de locatie van je kweekgebied in de tuin of open veld of op een balkon.
  2. Verzamel je benodigdheden: Schaf alle essentiële benodigdheden aan, afgestemd op de grootte van je kweek.
  3. Selecteer je soorten: Bepaal welke soorten je graag wilt, die geschikt zijn voor de buitenkweek.
  4. Richt je kweeklocatie in: Bereid de bodem voor en installeer eventueel steunen, een afdak en windschermen.
  5. Start met kweken: Begin met ontkiemen en verplaats de zaailingen naar de kweeklocatie zodra ze sterk genoeg zijn.
  6. Beheer je kweek: Zorg voor de juiste voeding en pas eventueel technieken zoals toppen/fimmen toe voor optimale groei.
  7. Oogst en verwerk: Oogst op het juiste moment en volg de juiste droog- en cureprocessen.

Oogsten, Knippen en Drogen

Na de grow volgt natuurlijk de oogst! Maar hoe bepaal je het beste moment om je toppen te oogsten? Oogst je te vroeg, dan zijn je toppen nog niet helemaal volgroeid waardoor je minder wiet overhoudt, en krijg je minder THC omdat de trichomen nog niet rijp zijn. Te laat oogsten zorgt voor een verval van THC, waardoor je wiet minder sterk is. Om te weten wat het beste oogstmoment is, kun je een paar dingen doen. Kijk naar de trichomen (harsklieren) met een goed vergrootglas. Als de klieren ongeveer 70% melkwit zijn, is het een goed moment. Een andere indicatie van oogsttijd is de kleur van de stampers: als deze grotendeels bruin zijn, zijn je toppen mooi op weg om te rijpen. Als de bladeren van je plant geel worden, kan dit ook een indicatie zijn van een naderende oogst. Daarnaast is de door de breeder aangegeven bloeitijd van je wietsoort natuurlijk een handige aanwijzing. Al deze dingen samen geven je een vrij nauwkeurige indruk van het beste oogstmoment.

Oogsten doe je door de zijtakken met daaraan de toppen los te knippen van de plant. Daarna kun je er voor kiezen de takken meteen te drogen te hangen en later de kleine blaadjes weg te knippen, of eerst deze blaadjes weg te knippen en daarna de takken te drogen hangen (droog knippen of nat knippen). Er zijn voor- en nadelen aan beide methoden. Droog knippen is beter voor de smaak en kwaliteit, maar het neemt meer ruimte in, er is iets meer kans op schimmel en het knippen zelf is iets onhandiger dan wanneer je nat knipt. Nat knippen is sneller en je hebt minder kans op schimmel, maar de smaak van je wiet is uiteindelijk misschien iets minder sterk, hoewel het verschil voor velen niet enorm merkbaar zal zijn. De keuze is aan jou!

Drogen doe je het liefst in een donkere kamer van ongeveer 20°C en met ongeveer 50% luchtvochtigheid. Zorg voor licht circulerende lucht (gebruik bijvoorbeeld een ventilator) en zorg voor voldoende ruimte tussen de toppen. Zo drogen ze het beste. Er zijn verschillende manieren om je toppen op te hangen: je kunt bijvoorbeeld lijnen spannen en hieraan met knijpers de takken ophangen. Je kunt ook de toppen losknippen van de takken en deze in een droognet leggen.

Sommige kwekers zweren bij het 'spoelen' van de plant, 1 à 2 weken vóór de oogst. Dit betekent dat je in de laatste weken alleen water geeft, zodat de wiet schoner smaakt en niet naar overtollige voedingsstoffen wanneer je het gaat roken. Met name als je kunstmest gebruikt, is dit een goed idee. Bij biologisch kweken hoef je hier minder rekening mee te houden, maar ook dan kun je er prima voor kiezen om in de laatste weken alleen water te geven, zonder voeding dus. 

Curen

Curen is de laatste belangrijke stap in het hele proces. Curen verbetert de smaak, geur en potentie van je wiet. Hiervoor doe je de gedroogde wiet in een luchtdichte container (een weckpot bijvoorbeeld) waarin de wiet langzaam kan rijpen. Af en toe open je de pot een dagje om de wiet te laten 'ademen', waarna je hem weer sluit. Na een maand of twee zul je merken dat de wiet merkbaar zachter en zoeter van smaak is geworden. Zorg wel dat de wiet goed droog is voordat je gaat curen: te natte wiet curen kan zurige, ongewenste smaakjes en een veel minder lekker eindproduct opleveren!

Conclusie

Wiet kweken is een boeiende hobby die zowel uitdagend als lonend kan zijn. Met de juiste kennis en zorg kun je zelf hele mooie buitenwiet kweken. We hopen dat deze blog bijdraagt aan jouw eigen oogst van heerlijke toppen. Veel kweekplezier!

 
Geplaatst in: Cannabis