Syrian Rue - Harmala seeds

Deze kleine en bruine zaadjes bevatten harmine en andere harmala-alkaloïden. Het is een van de planten waarvan gespeculeerd wordt dat het de Soma of Haoma van het oude Perzië is.

Peganum Harmala L. (Zygophyllaceae), algemeen bekend als "Harmala", komt oorspronkelijk uit de oostelijke Iraanse regio van West-India, en groeit spontaan in semi-aride en pre-woestijnachtige regio's van het zuidoosten van Marokko en wordt verspreid in Noord-Afrika en het Midden-Oosten [54,55].

Ook bekend als de bron van de beroemde 'Perzisch Rood' en 'Turkey Red' kleurstoffen (de soort werd voor het eerst in 1928 in Amerika geïntroduceerd door een New Mexicaanse boer die een dergelijke kleurstof wilde produceren), hebben de Harmala zaden voortdurend gebruikt worden door vele culturen gedurende duizenden jaren.

De plant is een populair en veelzijdig instrument in zowel de traditionele geneeskunde als in de spirituele praktijk. Daarom gebruiken de Turken de gedroogde zaaddozen om het boze oog af te weren en de Marokkanen gebruiken het om Djinn te vermijden, terwijl verschillende culturen delen van de plant gebruikten om tatoeages en inkten te produceren. In het verleden gebruikten de oude Grieken blijkbaar Harmala zaden om koorts en lintwormen te behandelen, terwijl de Jemenitische Joden het gebruikten om paasbrood te bleken.